De schenkingsvrijstelling eigen woning, het bedrag waarmee ouders belastingvrij hun kinderen kunnen helpen bij het kopen van een huis, zou volgend jaar al verlaagd kunnen worden. Staatssecretaris Van Rij van Financiën schrijft aan de Tweede Kamer dat de regeling voor ouders en kinderen daardoor in de praktijk afgeschaft wordt.
Het kabinet heeft in het regeerakkoord afgesproken dat de schenkingsvrijstelling eigen woning per 1 januari 2024 wordt afgeschaft. De vrijstelling zou namelijk de ongelijkheid vergroten, aangezien alleen kinderen van vermogende ouders ervan profiteren.
Van Rij schrijft dat volledige afschaffing niet eerder dan 2024 mogelijk is, omdat het tijd kost om de systemen van de Belastingdienst aan te passen. Wel is het mogelijk om in de tussentijd het belastingvrije bedrag te verlagen.
Nieuw bedrag
Nu mogen mensen nog een belastingvrije schenking doen van ruim 106.000 euro aan iemand tussen de 18 en 40 jaar oud, mits het geld wordt gebruikt voor de aanschaf van een woning. Volgens staatssecretaris Van Rij is het hypothetisch mogelijk om dat bedrag te verlagen tot 1 euro, maar dat zal volgens hem vooral tot verwarring en vragen leiden bij de aangifte. Ouders mogen namelijk hoe dan ook eenmalig 27.231 euro aan een kind schenken, zonder dat daar een bestedingseis bij zit. Volgens Van Rij is het daarom het meest logisch om de schenkingsvrijstelling eigen woning te verlagen tot maximaal dat bedrag. Van Rij schrijft dat daarmee in ouder-kindrelaties de vrijstelling eigen woning in feite wordt afgeschaft. Wel blijft er dan nog een jaar de mogelijkheid bestaan voor mensen om ruim 27.000 euro te schenken aan derden om een huis mee te kopen. Het kabinet bekijkt nog wat er precies gaat gebeuren met de schenkingsvrijstelling eigen woning in 2023. Hier komt binnenkort een uitsluitsel over.