Op 12 november 2020 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel aangenomen waarmee de overdrachtsbelasting per 1 januari 2021 flink gaat veranderen. In deze blog zullen we meer vertellen over deze veranderingen.
Overdrachtsbelasting starters
Voor starters zal vanaf januari 2021 de overdrachtsbelasting geschrapt worden. Starters zijn kopers van een huis die tussen de 18 en 35 jaar oud zijn en voor het eerst een huis kopen. Zij hoeven geen overdrachtsbelasting meer te betalen als ze een huis kopen met een koopsom van 400.000 euro of lager. Dit betekent dat een starter op een huis van 200.000 euro in totaal 4.000 euro bespaart. Je kunt 1 keer gebruik maken van deze startersvrijstelling. Kopen starters een huis met een koopsom hoger dan 400.000 euro, dan zullen zij alsnog 2 procent aan overdrachtsbelasting moeten betalen over de gehele koopsom.
Het oorspronkelijke voorstel om de startersvrijstelling op 1 januari 2026 te laten vervallen gaat niet door.
Particuliere beleggers
Doordat particuliere beleggers huizen opkopen en duur verhuren werd starters kansen ontnomen, zo stelde ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers eerder al. Daarom zal de overdrachtsbelasting voor particuliere beleggers juist stijgen, namelijk van 2 naar 8 procent. Voor een tweede huis, een stuk grond, een winkelpand of ander roerend goed betaal je 8% over de koopsom. Dat geldt ook voor aandelen in een zogenoemde vastgoed-B.V. Verder zal de overdrachtsbelasting voor bedrijfspanden stijgen van 6 naar 8 procent.