Voor het eerst sinds 2018 betalen huizenkopers gemiddeld de vraagprijs. Voor vrijstaande huizen is de koopprijs zelfs onder de vraagprijs gezakt. In het begin van vorig jaar betaalden kopers gemiddeld nog 10% meer voor een woning.
Sinds juni vorig jaar begon het overbieden drastisch af te nemen, tegelijk met het wegzakken van de Nederlandse huizenprijzen door de stijgende hypotheekrente en het afnemende consumentenvertrouwen. In 2020 werd nog gemiddeld ruim 4% boven de vraagprijs geboden, een percentage dat in de daaropvolgende twee jaren verdubbeld is.
Echter, in februari van dit jaar werd er gemiddeld op geen enkel type woning meer overboden, behalve bij tussenwoningen, waar gemiddeld 0,2% boven de vraagprijs werd betaald. Bij appartementen, hoekwoningen en twee-onder-een-kapwoningen werd gemiddeld nagenoeg hetzelfde betaald als de vraagprijs. Bij vrijstaande woningen betaalden kopers gemiddeld bijna 2% minder.
In februari was er voor het eerst sprake van een prijsdaling op jaarbasis na een maandenlange afkalving van de opgebouwde ‘winst’. Deze cijfers zijn gebaseerd op inschrijvingen van koopaktes in het kadaster, dat altijd enige maanden achterloopt op de daadwerkelijke transacties.