In september 2021 betaalde je voor een koophuis gemiddeld 18,5% meer dan in september 2020. Dat is de grootste prijsstijging die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) sinds juli 2000 heeft gemeten.
Het CBS zag de prijsstijging in 2019 iets afvlakken, maar sindsdien weer aantrekken. In juni 2013 bereikten de huizenprijzen een dieptepunt, sindsdien zijn ze alleen maar gestegen. Een huis is nu bijna 81% duurder dan in juni 2013.
Minder verkocht
Vanwege de hoge prijzen worden er ook minder huizen verkocht. In september registreerde het Kadaster 17.575 transacties, bijna 15% minder dan een jaar eerder. In de eerste maanden van 2021 waren er nog wel 3% meer transacties dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat komt bovenal doordat de overdrachtsbelasting per 1 januari 2021 omlaag ging voor jonge huizenkopers. Zij hebben massaal gewacht tot januari.
Hardste stijger
Kijkend naar het hele derde kwartaal van 2021 was sprake van 13,4% minder transacties dan een jaar ervoor en lagen de prijzen 17,5% hoger. In de provincie Flevoland stegen de prijzen het hardst met bijna 22%. In elke provincie ging de prijs van een huis meer dan 15% omhoog. Van de vier grote steden was de prijsstijging alleen in Utrecht groter dan het landelijke gemiddelde met 18,9%. In Amsterdam werden huizen ’slechts’ 15% duurder.