In onze vorige blogs vertelden we al dat de het steeds lastiger wordt voor starters om de woningmarkt te betreden door onder andere het strenger maken van de hypotheekregels en huizenkopers die zonder hypotheek kopen. Maar hoe vergaat het doorstromers op de woningmarkt? Uit onderzoek blijkt dat het inmiddels de huiseigenaren in de leeftijd van 30-45 jaar zijn die het meeste geld op tafel leggen voor een nieuw huis.
Crisis
Starters hebben naar aanleiding van de crisis hun woonwens moeten wijzigen of uitstellen. Zij nemen nu vaker genoegen met minder dan dat ze voor ogen hadden. Het tegenovergestelde is echter bij doorstromers gebeurd. Deze groep hecht nog steeds veel waarde aan groen en meer woonoppervlakte, mede door de levensfase waarin men zit – veelal hebben mensen in deze groep een kinderwens of jonge kinderen. Hoewel huizenprijzen voor dezelfde oppervlakte zijn gestegen, deinzen doorstromers hier niet voor terug. Hierdoor leggen ze voor dezelfde huizen meer geld neer dan voor de crisis.
Verandering
Terwijl voor de crisis de oudste groep doorstromers (45-60 jaar) de duurste huizen kocht, zijn dat nu de jongste doorstromers (30-45 jaar). Deze verandering heeft verschillende oorzaken. Zo is bij deze groep de urgentie om te verhuizen het hoogst, waardoor ze een relatief hoge prijs wil betalen. Daarnaast is in deze prijsklasse veel concurrentie en zitten de ouders van de doorstromers in een levensfase waarin ze relatief veel kunnen schenken.
Ook zijn dit de doorstromers die hun woonwens ten tijde van de crisis hebben uitgesteld. Ze zijn toen blijven zitten in hun oude woning en slaan daarom nu als het ware ‘een stap over’. Daardoor kunnen ze nu groter en duurder kopen.
Meer weten over het kopen van een huis?